Leon ten Voorde herinnert: "Je zag hem weleens achter de gokkast"

"Het was een ouderwetse 'nummer 10", vertelt Ten Voorde in de Podcast De Warming-up van de TC Tubantia. "Hij zei zelf ook al: 'in het veld ben ik een knokker, maar buiten het veld niet zo'. Hij was ietwat lui zonder bal. In het hedendaagse voetbal zou hij te horen krijgen dat hij moet omschakelen en meer moet doen. Maar aan de bal was hij geweldig en veel te goed voor FC Twente."

"Hij had een beetje een kromme rug, maar een geweldige versnelling", herinnert de journalist. "Als je de beelden bekijkt, dan zie je wel hoe goed hij was. Hij maakte een goal tegen Fortuna Sittard... Hij stiftte hem met zijn rechter over de keeper heen. Hij kon makkelijk passeren en had een geweldig linkerbeen. In het Diekman zaten destijds niet veel mensen, maar veel van die mensen vinden Sørensen de beste die ze bij FC Twente hebben gezien."

"Het was heel wat toen hij naar FC Twente kwam", vervolgt Ten Voorde. "FC Twente degradeerde, maar het mooie was dat hij bij de club bleef. Voor veel supporters is het een mythische voetballer, maar ook buiten het veld was hij een bijzondere verschijning. Hij dronk graag en je zag hem weleens achter de gokkast."

"Fred Rutten zei weleens dat hij pijp zat te roken in het spelershome en dan zat te schaken met André van Benthem. Een totaal tegenovergesteld persoon als Sørensen. Dat maakte hem tot een cultfiguur. En helaas heeft hij mede door zijn levensstijl toch wel veel kwalen heeft gekregen. Dat heeft toch een rol gespeeld in het vroege overlijden", aldus Ten Voorde.